Marieke Dijkers
Biografie van Marieke Dijkers
Als klein meisje was Marieke Dijkers al dol op boeken. Haar moeder las haar regelmatig voor en vanaf het moment dat ze zelf kon lezen, was ze niet meer te stoppen. Ze las het ene boek na het andere en kon urenlang wegdromen in de wereld die de schrijver of schrijfster wist neer te zetten. Op haar achtste nam ze zich vastbesloten voor, om later zelf te gaan schrijven.
Na de middelbare school volgde Marieke de lerarenopleiding en ging ze het voortgezet onderwijs in. Het lesgeven vindt ze geweldig. Toch bleef de kinderdroom om schrijfster te worden ook aanwezig.
Die droom maakte ze in 2009 met het uitkomen van haar eerste boek Obruni, obruni! waar. De gehele opbrengst van deze titel komt ten goede aan kindertehuis Hanukkah in Ghana, de inspiratiebron voor het verhaal.
Voor haar tweede en derde boek werd ze geïnspireerd door haar leerlingen. Smartphones en internet zijn niet meer weg te denken uit het leven van de moderne tiener. Iedere lezer zal zich dan ook herkennen in What’s Appening? en Wees je Selfie, waarin social media, digitaal pesten en de perfecte tijdlijn de hoofdrol spelen.

Een interview met Marieke
Ik heb altijd veel van lezen gehouden. Als kind vond ik het al bijzonder hoe een schrijver je kan meenemen in een verhaal. Hoe je avonturen kunt beleven, andere culturen kunt ontdekken, nieuwe dingen kunt leren, gewoon door een boek te lezen. Toen ik 8 jaar was, wist ik: dat wil ik later ook doen. Ik wil lezers net zo meeslepen in een verhaal als dat mijn schrijvershelden dat bij mij doen.
Nee, die is er niet. Je kunt natuurlijk wel journalistiek of Nederlands studeren, waarbij je veel met schrijven te maken krijgt, maar er is geen schrijversschool.
De lerarenopleiding. Ik ben lerares Nederlands, Duits en Engels en werk in het voortgezet onderwijs.
Een vriendin van mij heeft een kindertehuis in Ghana (www.mchildcare.nl). Toen ik als vrijwilligster bij haar was om in het kindertehuis te helpen, maakte ik van alles mee. Dat was het moment waarop ik dacht: ‘hier kan ik een boek over schrijven’. Ik heb toen mijn ideeën in mijn reisdagboek geschreven en terug in Nederland ben ik begonnen met schrijven.
Bijna alles is echt gebeurd. Sommige dingen zijn mij overkomen, andere dingen zijn bij Mariette (mijn vriendin in Ghana) of bij andere vrijwilligers gebeurd. Jolien heb ik erbij verzonnen, zodat ik alles bij één hoofdpersoon kon plaatsen.
Over pesten is al heel veel geschreven, maar over digitaal pesten nog niet. Daar wilde ik iets aan veranderen. Pesten is van alle tijden is, maar digitaal pesten is echt een probleem van nu. Achter een beeldscherm durven de meeste mensen veel meer dan in het echt. Ze hebben niet door, hoeveel verdriet ze een ander daarmee doen en hoe het het zelfvertrouwen van iemand kapot maakt. Dat wil ik met dit boek laten zien.
Ja, ik ben vroeger inderdaad gepest. Toen was er alleen nog geen digitale wereld. Thuis was ik veilig, daar kwamen de pestkoppen niet binnen. Tegenwoordig kun je je veel moeilijker voor de wereld verstoppen. Via social media en mobiele telefoons kunnen ze je overal bereiken. Bovendien zagen ze het vroeger aan mij als ze te ver gingen. Ik kreeg dan bijvoorbeeld een rood hoofd of had tranen in mijn ogen. Van achter je beeldscherm zie je dat niet. Een opmerking die je grappig bedoeld had, kan daardoor heel verkeerd overkomen zonder dat je het merkt.
Toen een leerling me over haar verdriet vertelde, vroeg ik: ‘wie weet dit van jou?’. Daarop antwoordde ze: ‘niemand, mijn vriendinnen zouden het niet begrijpen want die hebben het fijn!’. Een dag later zat ik met haar beste vriendin in gesprek, die óók verdrietig was en mij op dezelfde vraag hetzelfde antwoord gaf. Toen drong het tot me door, dat we ons vaak blind staren op wat we online zien, maar eigenlijk maar heel weinig van elkaar af weten. Social media laat het perfecte plaatje zien, maar achter de (beeld)schermen is van alles aan de hand. Dat vond ik belangrijk om duidelijk te maken, vandaar ‘Wees je Selfie’.
Zeker weten! Ik vind het elke keer weer geweldig om berichtjes te krijgen van jongeren (en ouderen!) die mijn boek gelezen hebben en er enthousiast over zijn. Dat blijft bijzonder. Het is zo leuk om te lezen dat iemand helemaal in het verhaal zat en er om moest lachen of huilen. Ik vind het ook erg leuk om te lezen dat kinderen hun boekverslag of boekbespreking over mijn boek doen. Dan heb ik bereikt wat is als meisje van acht wilde bereiken: lezers meeslepen in een verhaal.
Dat zou natuurlijk geweldig zijn, maar zoiets heb ik zelf niet in de hand. Filmmakers kopen de filmrechten als ze denken dat een boek geschikt is om te verfilmen. Laat ze maar weten, dat mijn boeken dat volgens jullie zijn!
Ik hou van heel veel soorten boeken: jeugdboeken, romans, historische verhalen, detectives, fantasy, het is maar net waar ik zin in heb. Bovendien lees ik in het Nederlands, Engels en Duits. De taal van een boek maakt me dus ook niet uit. Maar mijn favorieten? ‘Kinderen van Moeder Aarde’ van Thea Beckman en de Stravaganza-serie van Mary Hoffman staan toch wel met stip bovenaan. Net als de Grijze Jager en Broederbandboeken van John Flanagan, trouwens!